Wie is Willem Kolff?

Prof. dr. Willem Johan 'Pim' Kolff (1911 - 2009) is uitvinder van de kunstmatige nier (1943) en het kunsthart (1956) en pionier in de ontwikkeling van talloze orgaanvervangende therapieën in de periode 1943 - 1997. Hij wordt wereldwijd beschouwd als de vader van de kunstorganen en als één van de belangrijkste medische uitvinders van de twintigste eeuw. Hij ontving in zijn carrière dertien eredoctoraten aan universiteiten over de hele wereld en 127 internationale onderscheidingen. Zijn uitvindingen redden tot op de dag van vandaag miljoenen mensen over de hele wereld het leven. 

W.J. Kolff in 2003

 

1911 - 1941

Willem Johan Kolff, roepnaam Pim, wordt geboren op een kamer in Hotel Rijnland aan de Beestenmarkt in Leiden op 14 februari 1911, als oudste van vijf zoons in een doktersgezin. Hij groeit op in Hummelo (Achterhoek) en in Beekbergen (bij Apeldoorn) waar zijn vader Jacob Kolff directeur is van een tuberculosesanatorium. In de jaren dertig studeert Kolff aan de medische faculteit van de Universiteit van Leiden, waar hij in 1937 met succes zijn artsexamen aflegt. In hetzelfde jaar trouwt hij met Janke Huidekoper en vertrekt Kolff naar Groningen, waar hij zich specialiseert in de interne geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als jongste assistent op de interne afdeling van het Academisch Ziekenhuis komt Kolff onder de hoede van de joodse professor Leo Polak Daniëls.

In 1938 ziet Kolff op één van de vier hem toegewezen bedden een Groningse boerenzoon van 22 jaar sterven aan een chronische nierontsteking. Kolff gaat op zoek naar een behandelmethode, omdat hij niet wil accepteren dat nierpatiënten uitsluitend omdat het reinigend vermogen van hun organen tekortschiet, gedoemd zijn te sterven. Als in mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, plegen professor Polak Daniëls en zijn vrouw zelfmoord, wat grote indruk maakt op de jonge Kolff. Hij besluit het Groningse ziekenhuis te verlaten omdat hij weigert onder een nationaal-socialistische opvolger te werken.

 

1941 - 1950

Kolff wordt op 1 juli 1941 aangesteld als internist in het kleine stadsziekenhuis van de Engelenbergstichting in Kampen, waar hij zijn nieronderzoek voortzet. Op het moment dat Kolff zich in het probleem verdiept, is een aandoening aan de nieren een dodelijke ziekte. Als het bloed van een mens niet meer gereinigd wordt, sterft een patiënt een gruwelijke dood, doordat het afval dat de nieren via urine uit het menselijk lichaam afvoeren zich ophoopt en letterlijk een uitweg zoekt uit het lichaam. Er is eerder onderzoek gedaan naar een kunstmatige nier, maar geen enkele uitvinding is tot dan toe geschikt voor menselijk gebruik.

Tijdens de oorlogsjaren legt Kolff zich, naast zijn werk als internist in het Kamper ziekenhuis, toe op het ontwikkelen van een kunstmatige nier. Hij benadert de medische wetenschap praktisch en zoekt naar eenvoudige en makkelijk toegankelijke hulpmiddelen. Zo roept Kolff in het geheim de hulp in van directeur Henk Berk van de Kamper Emaille Fabrieken, die emaille levert voor onderdelen van de kunstnier. De plaatselijke Ford-dealer Johann van den Noort sr. levert hem de waterpomp van een T-Ford die de kunstnier aandrijft. Eind 1942 is de eerste kunstnier klaar en gaat Kolff patiënten behandelen. Op woensdag 17 maart 1943 voert hij midden in de nacht de allereerste ‘hemodialyse' uit bij een patiënt, het spoelen van bloed ter vervanging van de nieren met een machine buiten het lichaam. Tussen 17 maart 1943 en 27 juli 1944 proberen Kolff en zijn team het leven te redden van in totaal vijftien patiënten met ernstige nierproblemen door hen aan te sluiten op een kunstnier. Allen sterven, met één uitzondering. De succesvolle behandeling van de 29-jarige ernstig zieke nierpatiënte Janny Schrijver wordt een wereldprimeur. Op 4 april 1943 sluit Kolff haar rechtstreeks aan op de kunstnier. Zij blijft  nog vier weken leven voordat zij op 4 mei overlijdt als gevolg van medische complicaties (vaattoegangproblemen). Een belangrijke stap is gezet: voor het eerst in de geschiedenis heeft een patiënte geleefd met een kunstnier.   

jannieschrijver-1943

Janny Schrijver – 1943

17 maart 1943 Behandeling met bloed uit, via kunstnier, en bloed terug principe, intermitterende behandeling.

4 april 1943 Behandeling door continue aansluiting aan een kunstnier. Wereldprimeur: eerste geslaagde dialyse met hulp van kunstnier. De patiënte overleeft maar overlijdt na vier weken en meerdere behandelingen als gevolg van problemen met vaattoegang.

March 17, 1943 Treatment with blood out, through the artificial kidney, and then returning to the patient, intermittent treatment.

April 4, 1943 Successful treatment by continuous connection to an artificial kidney, the world’s first. The patient survives for four weeks. Unfortunately, on May 4 she died following artery access problems.

Bron foto: Herman Broers

Eerste serie kunstnieren Kolff 1944

In de Tweede Wereldoorlog zet Kolff in de meidagen van '40 aan de Zuidwal in Den Haag de allereerste bloedbank van het Europese vasteland op. In Kampen groeit Kolff uit tot een cruciale figuur in het lokale verzet. Door ziekten te simuleren bij mensen die door de Duitse bezetter dreigen te worden opgepakt, weet Kolff verzetsmensen en joden uit handen van de nazi's te houden. Verder helpt hij honderden Rotterdamse mannen ontsnappen, die tijdens massala razzia's zijn opgepakt voor tewerkstelling in Duitsland. Uit de 10.500 man die tijdens gruwelijke transporten voor een tussenstop in Kampen per schip aanmeren, weet Kolff 1200 ‘zieken' te selecteren die hij onderbrengt in diverse noodhospitalen. Ruim 800 van hen zijn met hulp van Kolff en de zijnen ontsnapt.

Net na de bevrijding, op 11 september 1945, is de zeventiende patiënt aan de kunstnier de eerste die definitief het leven wordt gered met deze behandeling. De 67-jarige Maria Sofia Schafstadt (pikant detail: een lid van de NSB) is de eerste nierpatiënt ter wereld die dankzij Kolffs uitvinding verder kan met haar leven.  

Op 6 januari 1946 promoveert Kolff aan de Rijksuniversiteit van Groningen tot doctor in de geneeskunde met een proefschrift over de kunstmatige nier.

 

In de eerste naoorlogse jaren start Kolff met het ontwikkelen van een hart-longmachine, een apparaat dat bij hartoperaties de werking van het hart en de longen kan overnemen. In het naoorlogse Nederland zijn echter voor zowel het nier- als het hartlongonderzoek te weinig middelen beschikbaar.staf Stadsziekenhuis Kampen 1946

 

1950 - 1997 

Begin 1950 besluit Kolff daarom op 39-jarige leeftijd met zijn vrouw Janke en vijf jonge kinderen (Jacob, Adrie, Albert, Kees en Therus) te emigreren naar de Verenigde Staten, waar hij in 1955 de Amerikaanse nationaliteit krijgt en zich met succes toelegt op het ontwikkelen van nieuwe kunstorganen. In 1956 brengt Kolff zijn eerste hart-longmachine op de markt. Met behulp van dit apparaat wordt het voor het eerst mogelijk mensen met een hartinfarct te opereren. Tevens begint hij in 1956 met zijn tweede grote levenswerk: het ontwikkelen van een kunstmatig hart.Kolff en zijn team in Cleveland 1966

 

Kolff en Van Noordwijk bij replica kunstnier 2003

In 1967 wordt Kolff professor aan de Universiteit van Utah in Salt Lake City. Hij zet daar een wereldvermaard laboratorium voor kunstmatige organen op dat Salt Lake City de bijnaam ‘Biocon Valley' bezorgt. Vanaf de jaren zestig en zeventig neemt de ontwikkeling van het kunsthart onder leiding van Kolff een grote vlucht. Dit leidt ertoe dat in 1982 in Salt Lake City voor het eerst een kunsthart bij een mens wordt ingebracht, wat de aandacht trekt van de wereldpers. De patiënt, de gepensioneerde 61-jarige tandarts Barney Clark uit Seattle, weet 112 dagen te overleven, waarna hij sterft aan een longontsteking.

Kolffs actieve onderzoek naar nieuwe en betere kunstmatige organen is tot 2005 doorgegaan. Op 93-jarige leeftijd was Kolff nog altijd aan het werk. Ondanks zijn verslechterende gehoor en gezichtsvermogen gaf hij tot eind 2006 over de hele wereld lezingen en werkte hij minimaal vijf uur per dag aan verbeteringen van kunstmatige organen. De president van de Universiteit van Utah zei ooit: "Dr. Kolff houdt er nooit mee op. Mocht zijn tempo afnemen, vervangen we wat versleten is gewoon met wat hijzelf gemaakt heeft." In december 2006 ging Kolff voor de derde keer met pensioen (de eerste keer was 1986, de tweede keer 1997, maar hij pakte steeds de draad weer op).

 

1997 - 2009

Kolff wordt beschouwd als de Vader van de Kunstorganen en is daarmee één van de belangrijkste medische uitvinders van de twintigste eeuw. Hij ontving in totaal dertien eredoctoraten aan universiteiten over de hele wereld en kreeg 127 internationale onderscheidingen, waaronder de prestigieuze Japan Prize (1985), de Lasker Award (2002) en de Russ Award (februari 2003). Hij werd vier keer genomineerd voor de Nobelprijs, maar die won hij niet. In 1970 werd Kolff Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. In 1985 werd hij opgenomen in de American Inventor's Hall of Fame. In 1990 riep het Amerikaanse tijdschrift 'Life' hem uit tot één van de honderd belangrijkste personen van de twintigste eeuw. In 2004 kreeg Kolff vergelijkbare erkenning in Nederland: hij eindigde op de 47ste plaats in de publieksverkiezing ‘De Grootste Nederlander', een lijst van honderd belangrijkste personen in de vaderlandse geschiedenis, georganiseerd door De Telegraaf, de KRO en het Historisch Nieuwsblad. Een jaar later werd hij gekozen tot de Grootste Overijsselaar aller tijden.

De National Academy of Engineering, de nationale ingenieursorgansiatie van de Verenigde Staten die Kolff in februari 2003 de Russ Award schonk, heeft berekend dat sinds de uitvinding van de kunstnier in Kampen meer dan 20 miljoen mensen hun leven te danken hebben aan het werk van Kolff. Jaarlijks krijgen over de hele wereld honderdduizenden mensen een medische behandeling die zonder zijn werk niet mogelijk zou zijn geweest.

 

OVERLIJDEN EN DAARNA

Kolff overleed op 11 februari 2009, op drie dagen na 98 jaar oud. De as van Kolff werd naar Nederland overgebracht en begraven in de tuin van het voormalige Stadsziekenhuisgebouw in Kampen. Het gerestaureerde gebouw is sinds 2005 in gebruik als woonzorgconcern IJsselheem, locatie Myosotis.

In 2003 werd de Willem Kolff Stichting opgericht. In 2009 werd het onderzoeksinstituut voor biomedische techniek en kunstorganen van de Rijksuniversiteit Groningen omgedoopt in het W.J. Kolff Institute. In 2013 ontvingen Pim Kolff en Janke Kolff-Huidekoper samen postuum de Yad Vashem onderscheiding als 'Rechtvaardigen onder de Volkeren' voor het redden van Joodse levens tijdens de Tweede Wereldoorlog. Kampen kent sinds begin jaren negentig een Dr. Kolfflaan, in 2017 kreeg Beekbergen een Willem Kolffweg. Meer steden in Nederland kennen een Kolffstraat, bijvoorbeeld Hengelo en Hoogeveen